Er
kan worden geconstateerd, dat in 2009 maar met name ook tijdens de
onderhandelingen over de nieuwe Wet Werken naar Vermogen in de winter van 2010
op 2011 de VVD de publiciteit beheerste. Terwijl in voorgaande jaren nog
initiatieven en maatregelen van 'links' in de publiciteit kwamen, ook op lokaal
niveau, kon 'links' in de periode daarop in de hoofdstroom van de publiciteit
slechts defensief reageren op de vele initiatieven die de VVD heeft genomen. Zo
werd in februari 2010 in eerste
instantie door VVD kamerlid Stef Blok een initiatiefwetsvoorstel ingediend, dat
de voorwaarde introduceert dat immigranten de Nederlandse taal moeten beheersen
alvorens zij aanspraak kunnen maken op een Bijstanduitkering. Na de nodige
wijzigingen werd het wetsvoorstel in februari 2011 ingediend. Alternatieve
voorstellen van 'links' waren uitgezonderd de SP meer een daarop aansluitende
alternatieve afbraakpolitiek zoals verkorting van de Werkloosheidswet,
verhoging pensioengerechtigde leeftijd, alternatieve flexibilisering van de
arbeidsmarkt, etc. waarbij de PVV zich profileerde als verdediger van de bestaande
belangen en rechten van de 'hardwerkende Nederlander' en de ‘hulpbehoevende
bejaarden’. Het is de combi van VVD en PVV standpunten waar veel mensen in
geloofden. Dus de meer of minder bewuste creatie van een soort onder discipline
gebrachte onderklasse, gecombineerd met ogenschijnlijk een verdediging van de
belangen van middengroepen. De meeste linkse partijen hebben zeer verdeeld en
halfslachtig op deze ontwikkeling gereageerd.
Tijdens
het kabinet Balkenende IV werd toch op 4 juni 2010 een sociaal akkoord tot
stand gebracht tussen Rijk, werkgevers en werknemersorganisaties over de
pensioenen. Uit het pensioenakkoord: ‘De arbeidsparticipatie van
oudere werknemers is het afgelopen decennium geleidelijk toegenomen; dit mede
als gevolg van wijzigingen in sociale zekerheid- en vroegpensioenregelingen. Invoering
van de in dit akkoord overeengekomen wijzigingen van de AOW en de aanvullende
pensioenen zal deze positieve ontwikkeling verder stimuleren. Daarnaast zijn stimulerende
maatregelen nodig om het de werkgever en zijn werknemers aantrekkelijk te maken
om langer met elkaar door te gaan. Sociale partners zullen daarom aanvullend
een beleidsagenda ontwikkelen om de arbeidsparticipatie van oudere werknemers
en de arbeidsmobiliteit van ouderen substantieel te verbeteren. Hierin zijn
alle relevante onderwerpen aan de orde: leeftijdsbewust personeelsbeleid,
werving en selectie, employability, scholing, arbeidsflexibiliteit (incl. rechtspositionele
en sociale zekerheidsaspecten alsmede de zogenoemde perverse prikkels in
decentrale regelingen. Ook zullen voorstellen worden gedaan ten aanzien van de
sociale zekerheid in samenhang met de inzet van arbeidsmarktinstrumenten welke
ook specifiek op oudere werknemers zijn afgestemd. Sociale partners nemen zich
voor deze beleidsagenda in het najaar van 2010 te presenteren en periodiek te
monitoren op zijn effecten’.
En er waren vele voornemens in het pensioenakkoord, waarvan volgens mij niets terecht is gekomen. Tekst uit het pensioenakkoord:
De arbeidsparticipatie van oudere werknemers is
het afgelopen decennium geleidelijk toegenomen; dit mede als gevolg van
wijzigingen in sociale zekerheid- en vroegpensioenregelingen.
Invoering van de in dit akkoord overeengekomen
wijzigingen van de AOW en de
aanvullende pensioenen zal deze positieve
ontwikkeling verder stimuleren. Daarnaast zijn
stimulerende maatregelen nodig om het de
werkgever en zijn werknemers aantrekkelijk te
maken om langer met elkaar door te gaan.
Sociale partners zullen daarom aanvullend een
beleidsagenda ontwikkelen om de arbeidsparticipatie van oudere werknemers en de
arbeidsmobiliteit van ouderen substantieel te verbeteren. Hierin zijn alle
relevante onderwerpen aan de orde: leeftijdsbewust personeelsbeleid, werving en
selectie, employability, scholing, arbeidsflexibiliteit (incl.
rechtspositionele en sociale zekerheidsaspecten alsmede de zogenoemde perverse
prikkels in decentrale regelingen.
Ook zullen voorstellen worden gedaan ten
aanzien van de sociale zekerheid in samenhang
met de inzet van arbeidsmarktinstrumenten welke
ook specifiek op oudere werknemers
zijn afgestemd. Sociale partners nemen zich
voor deze beleidsagenda in het najaar van 2010 te presenteren en periodiek te
monitoren op zijn effecten.
Het lijkt me dat afspraken over een reintegratiebudget
voor oudere werknemers en werklozen raakt aan het participatiebudget in het
kader van de bijstand en de nieuwe WWNV dat voor gemeenten beschikbaar is. Het
komt uit dezelfde pot, lijkt mij. (Zie ook brief van de LCR verderop)