donderdag 23 februari 2012

Veel publiciteit over de schrijnende gevolgen van de huishoudinkomenstoets




De schrijnende gevolgen van de huishoudinkomenstoets heeft tot veel publiciteit geleid. Journalisten gingen naarstig op zoek naar mensen die onder de toets vielen en die hun inkomen geheel of gedeeltelijk zouden verliezen. De oppositiepartijen in de Tweede Kamer hadden geen goed woord over voor de toets. Donderdag 23 februari was de lokale televisiezender At5 bij de Bijstandsbond op bezoek. Ze interviewden verschillende mensen, waaronder iemand die te maken heeft met die huishoudtoets. De man kwam op het spreekuur omdat hij tot tweemaal toe een aanvraag heeft gedaan voor een aanvullende bijstandsuitkering en in beide gevallen werd aanvraag afgewezen of buiten behandeling gesteld. De man heeft enige maanden WW gehad en werkte daarvoor in een technisch beroep bij een gemeentelijke instelling. Vanwege de bezuinigingen bij de gemeente Amsterdam is hij ontslagen. Zijn zoon en schoondochter en twee kinderen van zijn zoon wonen bij hem in. De zoon had een inkomen als ZZP-er in de bouw, maar is door de malaise in die bedrijfstak ontslagen en heeft geen inkomen. (ook geen recht op ww). De dochter verdient 700 euro bruto per maand. De vader die uit de WW kwam wilde bijstand aanvragen. Hij gaat vallen onder de huishoudtoets. Ze hebben met de hele familie bestaande uit 3 volwassenen en twee kinderen recht op maximaal 1350 euro. De schoondochter verdient 700 euro. Dus de aanvullende bijstand is maximaal 650 euro volgens de nieuwe toets op het huishoudinkomen. Daar moeten ze alles van betalen, huur, gas en licht, ziektekostenpremies voor 3 volwassenen, etc. En de opvoeding van de kinderen. In de oude situatie, voor de invoering van de toets op het huishoudinkomen hadden ze recht op 650 euro in de maand meer. De man en zijn zoon solliciteren zich suf maar zijn tot nu toe niet aan de bak gekomen. 'Ik ben 55 zegt de man, mij nemen ze niet meer'. De zoon moest de boekhouding overleggen van zijn werk als zzp-er. Daarvoor moet je de boekhouder vragen een overzicht te maken, met de meest recente gegevens. Deze boekhouding kon niet binnen 1 week worden aangeleverd, waarop de aanvraag prompt buiten behandeling werd gesteld. Ze zitten al 2 maanden op het inkomen van de schoondochter en de schulden lopen op. 'Ik word dakloos' zegt de man. En mijn zoon, schoondochter en twee kinderen ook’.

zondag 1 januari 2012

Wijzigingen van de Wet Werk en Bijstand per 1 januari 2012

Per 1 januari 2012 zijn verschillende maatregelen in het kader van de bijstand aanzienlijk aangescherpt. Het betreft maatregelen voor jongeren (afschaffing van de Wet Investeren in Jongeren) de invoering van de huishoudinkomenstoets, de invoering van ene generieke tegenprestatie naar vermogen, maatregelen voor alleenstaande ouders, regels op het gebied van bijzondere bijstand en vakantieregels en de norm voor verkrijging van categoriale bijzondere bijstand wordt 110% van de bijstandsnorm. Enige uitleg over de huishoudinkomenstoets. Per 1 januari is de toets op het huishoudinkomen bij mensen in de bijstand ingevoerd. Voor bestaande gevallen gaat de toets per 1 juli in, voor mensen die nu een uitkering aanvragen geldt de toets nu al. Kort gezegd komt de nieuwe maatregel erop neer, dat alle bloedverwanten in de eerste graad die tot een huishouden behoren bij het gezin worden gerekend. Tot nu toe kon zich bijvoorbeeld de situatie voordoen, dat ouders een bijstandsuitkering voor samenwonenden hadden en een inwonende meerderjarige zoon of dochter met inkomen uit arbeid. In de nieuwe situatie kan dat niet meer. Zoon en/of dochter die een inkomen uit arbeid hebben moeten voor hun ouders gaan zorgen. De ouders verliezen de bijstandsuitkering. In de nieuwe situatie worden de inkomens van grootouders, ouders, kinderen die eventueel onder een dak wonen bij elkaar opgeteld en als bijvoorbeeld het inkomen van de zoon 1350 euro meer bedraagt, moet hij voor de hele familie zorgen en hebben de anderen nergens recht op. Dezelfde situatie kan zich voordoen bij een ouder gezinnen. Er zijn veel situaties waarbij kinderen samenwonen met hun ouders. Dat komt door de grote woningnood onder mensen met een minimuminkomen.

Hieronder volgen de wijzigingen van de Wet die per 1 januari 2012 zijn ingevoerd.

De Wet investeren in jongeren wordt afgeschaft, er wordt een apart regime voor jongeren tot 27
jaar opgenomen in de WWB;
Jongere wordt verplicht eerst zelf 4 weken naar werk te zoeken, alvorens aanspraak op
ondersteuning ontstaat;
Na 4 weken kan de jongere een aanvraag voor ondersteuning en uitkering indienen bij het U W V;

Recht op werkleeraanbod wordt vervangen door een aanspraak op ondersteuning;

College toetst of betrokkene zich aantoonbaar heeft ingespannen om werk te vinden;

College beoordeelt of de jongere deel kan nemen aan het reguliereonderwijs, zo ja, dan dient de
aanvraag te worden afgewezen;

Na onvoldoende inspanningen om aan het werk te komen volgt een nieuwe periode van 4 weken
zonder ondersteuning of uitkering;

Bij onvoldoende inspanningen van de jongere om in deze vier weken aan het werk te komen
besluit het college tot het verlagen van de uitkering;

Jongeren dienen de mogelijkheden van scholing te onderzoeken en dit prevaleert boven het recht
op bijstand.

Overgangsmaatregelen

Binnen 6 maanden na 1 januari 2012 dient het college de besluiten in overeenstemming met
degewijzigde WWB te brengen.

Aanscherping gezinsbiistand en huishoudinkomentoets

Wat verandert er per 1 januari 2012:

a Nu: alleen gehuwden of samenwonenden kunnen alle algemeen noodzakelijke kosten van
bestaan delen. Wordt: hiervan is ook sprake bij degenen die bloed- en aanverwanten zijn in de eerste graad en die bij elkaar wonen in dezelfde woning;

a Bloed- en aanverwanten in de eerste graad die in dezelfde woning het hoofdverblijf hebben
worden aangemerkt als eenheid en krijgen recht op de bijstandsnorm van 100% van het wettelijk
minimumloon;

a Stiefkinderen en aangetrouwde kinderen zijn ook meerderjarige kinderen;

a Gezinsleden kunnen niet ieder voor zich een individuele bijstandsuitkering aanvragen; het gezin
als zelfstandig subject moet dit gezamenlijk doen;

a Uitzondering: een meerderjarig bloed- of aanverwant in de eerste graad die studeert en wiens in
aanmerking te nemen inkomen (incl. ontvangen studiefinanciering) niet meer bedraagt dan 80%
van het netto minimumloon;

w College krijgt mogelijkheid uitzondering te maken wanneer er sprake is van een zorgbehoevend
gezinslid. Iemand is zorg behoevend wanneer hij beschikt over een geldig indicatiebesluit o.g.v. de AWBZ voor 10 of meer uren zorg per week; en deze zorg voor minstens dat aantal uren door een ander gezinslid wordt verleend en c jonger dan 65 jaar is;

w Bij de bijstandsverlening wordt in principe volledig rekening gehouden met alle inkomens- en
vermogensbestanddelen van de bloed en aanverwanten in de eerste graad;

* Zakelijk relaties zoals onderhuurschap, kostgangerschap of andere woonvormen en bloed - en
aanverwanten in de tweede graad vallen niet onder reikwijdte van dit wetsvoorstel.

Overgangsmaatregelen

w Voor bloed- en aanverwanten in de eerste graad, waarvan één of meerdere een uitkering
ontvangen o.g.v. WWB en WIJ blijft het recht enlof de hoogte van die uitkering gedurende
hoogstens 6 maanden ongewijzigd;

0 Om hieronder te vallen dient men op 1 januari 2012 een uitkering te ontvangen o.g.v. WWB en
WIJ en hoofdverblijf te hebben in dezelfde woning.

Tegenprestatie naar vermogen

Wat verandert er per 1 januari 2012:

e College kan een plicht om naar vermogen een tegenprestatie te verrichten invoeren, ook als die
niet direct samenhangt met arbeidsinschakeling. Geen verplichte samenloop met een reinteg
ratietra ject; De nuttige maatschappelijke werkzaamheden mogen acceptatie van arbeid of re-integratie niet in de weg staan. Omvang en duur van de werkzaamheden dienen dus beperkt zijn

w Additionele werkzaamheden mogen niet leiden tot verdringing van regulier werk;

w Werkzaamheden moeten passen binnen vermogen bijstandsgerechtigde.

Verschillen met participatieplaats:

e doel: participatieplaats primair nuttig bij ontwikkeling richting arbeidsmarkt; tegenprestatie niet; duur: tegenprestatie kort; participatieplaats max. 2 jaar;

e premie: bij participatieplaats premie toekennen aan uitkeringsgerechtigde; bij tegenprestatie niet.

Wat verandert er per 1 januari 2012:

e Tot 65 jaar: 4 weken per kalenderjaar vakantieperiode in het buitenland;

w 65 jaar en ouder: l3 weken verblijf buitenland en niet beschikbaar voor arbeidsmarkt. Langer verblijf mag, maar dan geen uitkering en mogelijkheid van een verlaging van de uitkering bij terugkeer wegens het missen van kansen op de arbeidsmarkt (voor jonger dan 65 jaar).

Alleenstaande ouders in de WB

Wat verandert er per l januari per 201 2:

e Alleenstaande ouder met een kind tot 12 jaar kan in aanmerking komen voor vrijlating van 12,5%
van de netto-arbeidsinkomsten, tot max. €120 per maand, voor gedurende maximaal 3 jaar;
e Nu ook vrijlating van 6 maanden voor 25% (met max. €1 87 per maand) van inkomsten uit arbeid;
deze vrijlating gaat voor de nieuwe vrijlating.

Toelichting sollicitatieplicht alleenstaande ouders van kinderen tot vijf jaar:
Besloten is om alsnog de ontheffing van de sollicitatieplicht voor alleenstaande ouders van kinderen
tot 5 jaar in de bijstand niet af te schaffen.

Wat verandert er per 1 januari 2012:

e Bijzondere bijstand kent drie vormen:
1. individuele bijzondere bijstand;
2. categoriale bijzondere bijstand;
3. bijzondere vorm langdurigheidstoeslag.
Nu: volledige vrijheid college in welke mate rekening wordt gehouden met de hoogte van het
aanwezige inkomen. Wordt: Inkomensnorm voor categoriale bijzondere bijstand wordt 110% van de van toepassing zijndebijstandsnorm;
e Maatregel is gericht op categoriale inkomensondersteuning. Van generiek gemeentelijk
inkomensbeleid is sprake indien categoriaal aan mensen inkomensondersteuning wordt verstrekt
zonder dat er sprake is van vergoeding van daadwerkelijk gemaakte kosten; Categoriale voorzieningen zijn bijvoorbeeld: langdurigheidstoeslag, eenmalige uitkering voor chronisch zieken, gehandicapten, ouderen en de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering;

e Gemeentelijke bevoegdheid en verantwoordelijkheid voor inkomensondersteuning voor
individueel maatwerk blijft ongewijzigd;
e Kwijtschelding van lokale belastingen en heffingen vallen niet onder het regiem van
de inkomensnormering.