woensdag 27 november 2013

Persbericht Bijstandsbond Amsterdam. Woensdag 27 november 2013 Aanscherping Wet Werk en Bijstand en andere sociale zekerheidswetten


  
Het kabinet van VVD en PvdA is van plan om uitkeringsgerechtigden per 1 juli 2014 nog harder aan te pakken. Althans dat staat in het wetsvoorstel Wet maatregelen Wet werk en bijstand dat donderdag 28 november a.s. besproken zal worden in een zogenaamd rondetafelgesprek tussen Tweede Kamerleden en insprekers. Ook Jacques Peeters van de Bijstandsbond Amsterdam zal inspreken. De Bijstandsbond is een belangenorganisatie van mensen met een minimuminkomen. Via de wekelijkse spreekuren zijn wij heel goed op de hoogte van wat er leeft bij uitkeringsgerechtigden. Dit wetsvoorstel zal in onze ogen dan ook heel wat ellende teweegbrengen bij de direct betrokkenen. In plaats van werkzoekenden instrumenten aan te bieden dat hun helpt bij hun moeizame tocht naar betaald werk, worden ze weggezet als profiteurs, die keihard moeten worden aangepakt. De kritiek van de Bijstandsbond kunt u terugvinden in het zogenaamde position paper dat u kunt openen door toegevoegde bijlage aan te klikken. Het rondetafelgesprek vindt plaats in het Tweede Kamer gebouw en wel in de Troelstrazaal te bereiken via Plein 2 en zal beginnen om 14.00 uur
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de heer Jacques Peeters, spreekuurmedewerker en ervaringsdeskundige van de Bijstandsbond.

Position paper Bijstandsbond in word

Position paper Bijstandsbond in pdf

zondag 17 november 2013

manifestatie over de veranderingen in de bijstand

Op woensdagavond 20 november om 19.30 uur organiseren de Bijstandsbond en de Wereldse Wijk in Amsterdam West een bijeenkomst met als thema de actuele ontwikkelingen met betrekking tot de bijstand en de bedoelingen van de nieuwe Participatiewet die de bijstand gaat vervangen.

De bijeenkomst wordt gehouden in de ruimte van  de Stichting Bewoners Platform Oud West (SBOW) 1e Helmersstraat 106 M  te Amsterdam 

Inleidingen van Sofie Meekel en Marc van Hoof, advocaten van het advocatenkantoor VHM Advocaten die nauw samenwerken met de Bijstandsbond. Zij zullen de recente maatregelen in het kader van de bijstand behandelen en een blik vooruit werpen op hoe de nieuwe Participatiewet, die de bijstand gaat vervangen eruit komt te zien. Staatssecretaris Klijnsma heeft een reeks van maatregelen in een wijziging van de bijstandswet aangekondigd, die 1 juli 2014 ingaan. Er bestaat de nodige verwarring onder bijstandsgerechtigden in hoeverre de maatregelen nieuw zijn en wat in feite al door gemeenten wordt uitgevoerd. Op deze avond proberen we daarin duidelijkheid te verkrijgen. Daaronder:

  • De invoering van de kostendelersnorm, waardoor duizenden uitkeringsgerechtigden die onder diverse sociale verzekeringswetten vallen er honderden euro's op achteruit zullen gaan. (AOW-ers, WWB-ers, Wajongers, etc.) Woont u in bij moeder dan gaat bijstandsuitkering €202 omlaag en de AOW van uw moeder nog eens €283. Alleenstaande in de bijstand met thuiswonend werkend kind wordt per 1-1-14 €202 euro gekort op zijn uitkering. Twee Zussen in de AOW die wonen op zelfde adres leveren per 1 juli volgend jaar circa €250 in vanwege de kostendelersnorm. Twee samenwonende personen, beiden AOW en geen partners gaan er door de kostendelersnorm 566 euro per maand op achteruit.
  • mensen eerst vier weken naar een baan te laten zoeken voor ze recht krijgen op bijstand en hun het recht daarop te ontnemen als ze de zoektocht onvoldoende kunnen aantonen.
  • verplicht invoeren van een tegenprestatie voor alle bijstandsgerechtigden in alle gemeenten
  • Wie zich naar het oordeel van de klantmanager niet gedraagt, of naar het oordeel van de klantmanager slordig gekleed is, krijgt drie maanden geen uitkering meer.
  • Strafmaatregelen voor bijstandsontvangers worden strenger en landelijk voorgeschreven.
  • als er naar het oordeel van de uitkeringsinstantie sprake is van misdragingen jegens uitvoerende instanties en hun functionarissen tijdens het verrichten van hun werkzaamheden wordt de uitkering drie maanden ingehouden. 'A-sociaal gedrag' speelt daarbij een rol.
  • Op het naar het oordeel van de uitkeringsinstantie niet voldoen aan de informatieplicht staat drie maanden inhouding van de uitkering. Vele onschuldigen zullen hierdoor worden getroffen. Veel mensen zijn zich er met de ingewikkelde regels die voortdurend veranderen niet van bewust dat ze een detail hadden moeten melden.
Tevens zal besproken worden wat we hiertegen kunnen doen en zal de informatiegids voor de minima op 20 november worden gepresenteerd. Het is een website met tips en informatie voor mensen met een minimuminkomen over hoe te overleven in deze tijd van bezuinigingen. De gids kent drie soorten tips:  algemene tips die voor alle inwoners van Nederland gelden, tips voor inwoners van Amsterdam en in het bijzonder tips voor inwoners van Amsterdam West. Het website adres is http://www.overlevingsgids.net maar er is ook een applicatie voor android telefoons die kan worden gedownload in de Google Play Store. Trefwoord: bijstandsbond of overlevingsgids.

Voor meer informatie:
Bijstandsbond
020-6898806
info@bijstandsbond.org






vrijdag 18 oktober 2013

Op vrijdagmiddag 8 november en op woensdagmiddag 20 november om 14.00 uur organiseren de Bijstandsbond en de Wereldse Wijk in Amsterdam West een bijeenkomst met als thema de actualiteit van de bijstand en de bedoelingen van de nieuwe Participatiewet die de bijstand gaat vervangen. De bijeenkomsten worden gehouden in de ruimte van  de Stichting Bewoners Platform Oud West (SBOW) 1e Helmersstraat 106 M  te Amsterdam 

Inleidingen van Sofie Meekel en Marc van Hoof, advocaten van het advocatenkantoor VHM Advocaten die nauw samenwerken met de Bijstandsbond. Zij zullen de recente maatregelen in het kader van de bijstand behandelen en een blik vooruit werpen op hoe de nieuwe Participatiewet, die de bijstand gaat vervangen eruit komt te zien.
Tevens zal de overlevingsgids voor de minima op 20 november officieel worden gelanceerd waarvan nu een proefversie draait. Het is een website met tips voor mensen met een minimuminkomen over hoe te overleven in deze tijd van bezuinigingen. De overlevingsgids kent drie soorten tips:  algemene tips die voor alle inwoners van Nederland gelden, tips voor inwoners van Amsterdam en in het bijzonder tips voor inwoners van Amsterdam West. Het website adres is http://www.overlevingsgids.net maar er is ook een applicatie voor android telefoons die kan worden gedownload in de Google Play Store. Trefwoord: bijstandsbond of overlevingsgids.

Andere deskundigen uit de buurt worden uitgenodigd.

donderdag 17 oktober 2013

Andree van Es, wethouder werk en Inkomen in Amsterdam voor Groen Links wil voor bepaalde groepen de bijstand afschaffen

In de begrotingsstukken voor het jaar 2014 die in november en december in de gemeenteraad besproken worden staat een zinsnede, waaruit blijkt dat Van Es wethouder Werk en Inkomen in Amsterdam de bijstand voor bepaalde groepen wil omzetten in een tijdelijke bijstand. Wanneer je bijstand aanvraagt, omdat je werkloos bent, of in een scheiding ligt of vanwege andere onvoorziene omstandigheden een beroep moet doen op bijstand dan wordt tegen je gezegd: je krijgt bijvoorbeeld drie maanden bijstand, dan heb je tijd om betaald werk te zoeken en lukt dat niet, dan heb je pech gehad. Je zoekt het dan maar uit. Ga maar in de goot liggen. Je kunt opnieuw bijstand aanvragen en de gehele administratieve procedure opnieuw doorlopen maar of je het krijgt is maar de vraag.

Letterlijk luidt de passage in de begrotingsstukken: ‘Het college wil het tijdelijke karakter van de bijstand als vangnetfunctie in de uitvoering meer benadrukken. In 2014 wordt in kaart gebracht of, en zo ja, voor welke klanten de bijstand tijdelijk kan worden toegekend op basis van een inschatting vooraf van de maximale uitkeringsduur’.
Het is onmiddellijk duidelijk dat dit in strijd is met de huidige wet, maar er bestaat een kans dat de staatssecretaris van sociale zaken Amsterdam bijvoorbeeld via een Algemene Maatregel van Bestuur de mogelijkheid geeft als gemeente aangewezen te worden waar uitzonderingen gelden.

De pilot die Van Es in Amsterdam wil is belangrijk, omdat zij een flinke vinger in de pap heeft bij het tot stand komen van de nieuwe participatiewet, die de huidige bijstand, Wajong en WSW moet gaan vervangen en die op 1 januari 2015 moet worden ingevoerd. In het kader van het sociaal akkoord is in de Stichting van de Arbeid de zogenaamde werkkamer opgericht, waar vakbonden en werkgevers met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten tot een akkoord hopen te komen over inrichting en uitvoering van de nieuwe participatiewet. Nu bestaan er grote belangentegenstellingen tussen de genoemde drie partijen, die allemaal een grote invloed willen in de uitvoering. Wethouder Andree van Es is voorzitter geworden van deze werkkamer.
De staatssecretaris heeft in het verleden ook al laten blijken, wel gecharmeerd te zijn van een tijdelijke bijstand en daarna zoek je het maar uit.  In Nederland bestaat sowieso een sterke lobby voor het invoeren van het Amerikaanse systeem in de bijstand. Je kunt in je leven maar voor 5 jaar bijstand ontvangen, en voor de rest ga je maar naar de voedselbank of wordt een systeem van voedselbonnen ingevoerd. Zie daarvoor het bericht van 4 augustus, waar ook de opvattingen van wethouder Van Es worden weergegeven.

Het is duidelijk dat er een sterke sociaal-democratische lobby bestaat die in de nieuwe Participatiewet het principe van de tijdelijkheid in wil voeren. Wat dit betreft lijkt er bij sommige gemeenten ook een koerswending op komst. Men wil geen langdurige reintegratietrajecten meer, van een jaar of langer, waar mensen met behoud van uitkering = dwangarbeid werken. Dergelijke trajecten leiden nauwelijks tot uitstroom en veel protesten en onderzoek van Jessie Koen van de Universiteit van Amsterdam bij de DWI zou uitwijzen, dat alleen kortdurende trajecten werken en effectiever zijn. Ook de gedachtegang van de gemeenten, dat ze besparingen op de bijstand kunnen doorvoeren door de inzet van langdurig werklozen bijvoorbeeld in de tuinbouw en de bezuinigingen kunnen opvangen door de inzet van dwangarbeiders of toegenomen participatie van de bevolking lijkt een illusie. Experimenten van de wethouder van Rotterdam, Marco Florijn zijn in dat opzicht op niets uitgedraaid. Men focust nu op kortdurende motivatietrajecten in combinatie met een tijdelijke bijstand waar de kersverse werklozen gebrainwashed moeten worden om zich werkend met de ellebogen als de ware neoliberale concurrent om de schaarse arbeidsplaatsen te gedragen. Bezuinigingen wil men nu binnenhalen door de bijstand, die straks ook gaat gelden voor veel mensen die nu nog in de Wajong zitten, nog veel strenger te maken dan nu en de toegang tot het laatste vangnet verder te beperken. Op deze wijze hoopt men ook de druk op de werklozen op te voeren om maar ieder rot baantje te accepteren zonder te kijken naar de arbeidsomstandigheden en voorwaarden.

Voor meer informatie: Bijstandsbond
020-6898806

info@bijstandsbond.org

zondag 4 augustus 2013

Wethouder van Amsterdam Van Es over de toekomst van de bijstand

03-08-2013. Vandaag staan in Het Parool enkele berichten over voorstellen  van de VVD om op grote schaal vrijwilligers in te zetten, oa in de zorg en een bericht, dat 800 WSW-ers gaan werken als vakkenvuller bij Jumbo. Daarnaast hebben we de steeds strengere controlestaat: onaangekondigde huisbezoeken, een maand wachttijd voor je uitkering gaat lopen als je die aanvraagt, etc. In Amsterdam staat wethouder van Es van Groen Links centraal in het gevoerde beleid. Hoe kijkt zij aan tegen de nieuwe ontwikkelingen, en wat kunnen we in de toekomst nog meer verwachten? Een tipje van de sluier werd opgelicht tijdens een debat op maandagavond 13 mei 2013 in de Rode Hoed. Ik heb het een paar jaar geleden al geschreven: de bijstand als generieke regeling waarop je in je leven altijd een beroep kunt doen, mocht het nodig zijn,  gaat eraan. Van Es maakt dat in het onderstaande duidelijk, en tevens, wat de argumenten zijn om op den duur een meer tijdelijke en beperkte bijstand in te voeren.  Wethouder Van Es is niet zomaar iemand. Als wethouder van een van de vier grote steden heeft zij ongetwijfeld een flinke vinger in de pap bij de standpuntbepaling van de Vereniging van Nederlandse gemeenten, die moeizame onderhandelingen voeren met de regering, de vakbonden en de werkgevers over de inrichting van de nieuwe participatiewet, die 1 januari 2015 moet worden ingevoerd. Ook staatssecretaris Klijnsma heeft wel oren naar het standpunt van Van Es. In het dagblad Trouw verscheen een artikel  over een snoepreisje van prominente sociaal-democraten naar de Verenigde Staten, waar men voordelen zag in een tijdelijke bijstand.
http://www.trouw.nl/tr/nl/4324/Nieuws/article/detail/1178815/2009/12/03/Warm-worden-van-de-Amerikaanse-aanpak.dhtml

Eric ten Hulsen, directeur van de dienst Werk en Inkomen zag 'interessante kanten' aan een tijdelijke bijstand. Terug naar het debat in de Rode Hoed.

Het debat in de Rode Hoed ging over heden, verleden en toekomst van de verzorgingsstaat toegespitst op de sociale zekerheid. Dit debat werd gehouden naar aanleiding van de verschijning van een bundel met essays over de verzorgingsstaat onder de titel  ‘Mij een zorg. De toekomst van de sociale zekerheid’. De essays werden geschreven door verschillende wetenschappelijke bureau ’s van politieke partijen in Nederland.
Het debat stond onder leiding van Clairy Polak. Deelnemers waren oud-premier Ruud Lubbers, wethouder werk, inkomen en participatie van de gemeente Amsterdam Andree van Es, Eimert Muilwijk, voorzitter CNV jongeren en Dennis Wiersma, voorzitter FNV Jongeren.
Clairy Polak nodigde de deelnemers aan het debat uit voortdurend ‘out of the box’, d.w.z. buiten de gebaande paden te denken en dit leverde m.i. verhelderende inzichten op over de analysetrant en de standpunten van de deelnemers. 

 Zoals gezegd concentreer ik mij in dit stukje op wat Van Es gezegd heeft.
Clary Polak vroeg eerst aan Van Es ‘wat komt u als wethouder van werk, en inkomen als problemen van de verzorgingsstaat in de praktijk tegen’?. ‘Nou, een van de moeilijkste, lastigste of slechtste dingen vind ik dat door de verfijning of de regelzucht, vooral uiteindelijk van de landelijke overheid, dat we te maken hebben met heel veel verschillende regeltjes en dus verschillende manieren om mensen te benaderen, met verschillende problemen, terwijl eigenlijk, eigenlijk het basaal gaat het over hetzelfde. Dus een enorme verfijning heeft er plaatsgevonden om net even een uitzondering te maken, of net even daar iets aan tegemoet te komen, of daar juist weer iets aan af te doen, en uiteindelijk kom ik daar heel dicht bij Ruud Lubbers als het gaat om: wat is nou echt van waarde, ben ik ervan overtuigd dat voor verreweg de meeste mensen van waarde is om mee te kunnen doen in de samenleving en ook nog eens een keer mee te kunnen doen door betaald werk. En de kunst is dus, om, dat vind ik als wethouder werk, inkomen en participatie, om dat voor zoveel mogelijk mensen te doen en daarbij te kunnen kijken naar wat ze kunnen en niet naar wat ze niet kunnen’. Polak: ‘dus een verdergaande decentralisatie’? ‘Ja, dat zou voor mij heel veel meer mogelijk maken’.

Van Es verdedigt hier het standpunt van de Vereniging Nederlandse Gemeenten VNG, die vindt dat er drastisch moet worden gedecentraliseerd met meer macht aan de gemeenten, zonder al te veel controle en sturing vanuit Den Haag, en dat verschillende regelingen zoals de Wajong, de WSW en de bijstand moeten worden samengevoegd. De VNG heeft een flinke onderhandelingsvinger in de pap als het gaat om de totstandkoming van de nieuwe participatiewet, en het standpunt van Van Es is dus niet alleen maar het standpunt van een wethouder van een grote stad.

Van Es vond dat werk centraal moet staan in de verzorgingsstaat. Zij vindt het stelsel van sociale zekerheid nog wel van betekenis in die zin, dat er in deze tijd van crisis een bodem is voor mensen die dat nodig hebben, maar zij vindt het stelsel niet meer van deze tijd in de zin dat zij het stelsel veel te weinig activerend vindt, veel te weinig vindt uitgaan van mensen in hun eigen kracht en mogelijkheden zetten en dat het stelsel in een aantal opzichten veel te paternalistisch is geworden.

Ja, dat zou ik heel simpel kunnen maken, dat heeft niet zoveel te maken met een grote visie voor de toekomst, maar ik heb best moeite moeten doen om de opstelling van de klantmanagers in dit opzicht te wijzigen’.
En dan volgt een betoog over het omzetten van ‘de mind’ van de klantmanager die de mensen meer moet activeren.

Clairy Polak nodigde van Es uit ‘out of the box’ te denken. ‘Als jij nu de verzorgingsstaat zou willen reorganiseren, wat zouden dan de basiszaken zijn die je zou willen regelen’. Van Es: ‘dan zou ik om te beginnen aan de werkkant met werkgevers goeie afspraken maken over arbeidsomstandigheden en arbeidsproductiviteit in die zin dat er veel meer mensen zouden kunnen meedoen aan het arbeidsproces’. Polak: ‘ Hoe dan’?. Van Es: ‘Nou door hetzij part time werken of van hen minder productiviteit te vragen dan ze aan anderen zouden vragen’. Polak: ‘minder productiviteit maar dat vindt u wel belangrijk’. Van Es: ‘Ja, dat is heel belangrijk. En dan ben ik ervan overtuigd dat er veel meer mensen mee kunnen doen op hun eigen niveau en dus ook inkomen kunnen verwerven waardoor ze geen beroep hoeven te doen op wat voor uitkering dan ook. Dat vind ik een heel belangrijke eh aan die kant vind ik dat echt essentieel’.

 ‘En aan de andere kant zou ik wel een pleidooi durven doen dat ook de bijstandsuitkering in principe           tijdelijk is en dat als je daarin terecht komt dat dat een tijdelijk vangnet is, het is de bedoeling om daar zo snel mogelijk uit te komen en dat betekent he, dat je toch iedere keer, nou, laten we zeggen een keer in het jaar eh opnieuw door de molen zal moeten, van is dit nog terecht, moet je niet eh weer een ronde solliciteren, moet je niet op de een of andere manier weer zelf het initiatief nemen om toch aan het werk te komen dus wat dat betreft strenger dan nu’. 

Polak: ‘Ja, want als je zegt je moet een nieuwe ronde solliciteren, goed, dat moet je doen, maar als je zegt hij is tijdelijk, dan zeg je ook na – laten we even zeggen na een paar jaar – en nu, nu houden we ermee op’.
Van Es: ‘Ja, maar dat ik denk dat je… ik zou graag out of the box willen springen maar.. ja, nee, maar dat zou ik wel willen, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat je dat niet haalt. Als mensen geen andere bron van inkomsten hebben, de bijstand is toch terecht en natuurlijk ook echt de bottom line, de bodem, maar nu lijkt het wel alsof het is, of, he via een werkloosheidsuitkering kom je in de bijstand, en daar blijf je dan. En ik zou in die zin zou ik het vervolgens terecht vinden om het besef, dat dat een tijdelijk vangnet is waar je echt zelf alles aan moet doen om daar weer uit te komen, die druk zou ik graag willen opvoeren, en als dat dan zou moeten door te zeggen ja, het is tijdelijk, dat betekent ook dat we na een jaar of twee jaar echt gaan kijken heb jij dit nog wel nodig, dat dat misschien zelfs ook nog wel als consequentie zou kunnen hebben dat je ervoor mensen mee stopt’.
Polak: ‘dat is een geheel nieuwe invulling van het begrip solidariteit, he want eh ik waardeer het zeer, hoor, out of the box, dus dat ga ik je niet verwijten, helemaal niet, maar wel de constatering, dat dit bijvoorbeeld iets is wat de rechtse partijen al enige tijd roepen, om niet te zeggen al jaren, en u vindt dat ook. En dat die linkse partijen zeg ik nu maar even in het algemeen dat die riepen ja, maar solidariteit. Dit is een nieuwe invulling van solidariteit’.
Van Es: ‘ja, ik vind het ook aanmerkelijk solidairder om ervoor te zorgen dat mensen dus aan die werkkant de gelegenheid krijgen om aan het werk te zijn dan om ze in een gelegenheid te stellen hun leven lang in de bijstand te blijven’.
Polak: ‘En dat is dan de verantwoordelijkheid van de werkgevers, die mensen meer gelegenheid moeten geven om te doen wat hun capaciteiten zijn waarna een werkgever natuurlijk roept: ja hallo hoe zit het met mijn winst’.
Van Es: ‘Ja, dat zeggen de werkgevers, maar dan, dan zou je daarin moeten afspreken dat een beetje minder winst toch eigenlijk wel kan een dat ook een vorm is van solidariteit invullen, of verantwoordelijkheid invullen richting samenleving en mensen die ook recht hebben om mee te doen en dat dat een veel betere vorm is dan steeds maar de productiviteit zo op te drijven, dat je a priori al veel mensen uitsluit van het arbeidsproces’.

In de loop van de discussie werd duidelijk, dat van Es totaal geen instrumentarium heeft, als gemeentelijk bestuurder, om werkgevers inderdaad ergens ook toe te brengen. Ze wil dat er stageplaatsen komen, dat er een quoteringsregeling komt waarbij werkgevers arbeidsgehandicapten in dienst nemen, de werkgevers moeten van de mensen minder productiviteit vragen, maar hoe de werkgevers daartoe gebracht kunnen worden blijft vaag. Het enige is dat werkgevers in goed overleg en misschien subsidies ertoe verleid worden zo te gaan werken. Want tenslotte is er het compromis met de liberalen, in de gemeente en op nationaal niveau, over de zelfstandigheid van de werkgevers in hun personeelsbeleid. Blijft deze kant van het verhaal vaag, aan de andere kant is van Es heel duidelijk. Ze gebruikt de redenering dat er arbeidsplaatsen voor gehandicapten moeten komen en voor mensen met verminderde arbeidsproductiviteit alvast als argument, om een pleidooi te houden voor het afbreken van de bijstand. 

Van Es wil wel een coalitie met de vakbonden, samen naar Den Haag en naar de werkgevers toe, om betere arbeidsvoorwaarden, en plekken voor arbeidsgehandicapten te realiseren en het personeels en arbeidsproductiviteitsbeleid van die werkgevers te beïnvloeden, misschien ook middels acties in de bedrijven. Vraag is wel, hoe die vakbonden mensen met een verminderde arbeidsproductiviteit moeten organiseren, die door het ontbreken van een sociaal vangnet gedwongen zijn hun arbeidskracht tegen elke prijs te verkopen in een situatie van grote massawerkloosheid. 

Piet van der Lende

donderdag 30 mei 2013

FNV vraagt verbetering Wet Werk en Bijstand

De Vaste Commissie voor Sociale Zaken van de Tweede Kamer spreekt op 5 juni over de Wet werk en bijstand. Het gaat ook over de reactie van staatssecretaris Klijnsma op het zwartboek van de FNV "Werken in de bijstand". De FNV is blij dat de WWB op de agenda staat, maar betreurt het dat Klijnsma klachten over slechte bejegening door gemeenten afdoet als de problemen van een enkeling.
De FNV is blij dat werken in de bijstand op de agenda staat. Er gaat veel mis bij de uitvoering en de commissie is nu in de gelegenheid dit te veranderen.

Enquête na zwartboek


In vervolg op het FNV Zwartboek over werken in de bijstand hebben meerdere FNV Lokaalgroepen via een enquête geïnventariseerd hoe het in hun gemeenten gesteld is. De uitkomsten van de 230 ingevulde enquêtes komen overeen met de resultaten van het zwartboek:
  • er wordt geen maatwerk geboden;
  • de trajecten zijn niet op uitstroom gericht;
  • de begeleiding is onder de maat;
  • er is sprake van verdringing.

Maatregelen

In haar brief van 27 mei vraagt de FNV de Kamer de volgende maatregelen te nemen:
  • Een breed onderzoek door de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar hoe gemeenten invulling geven aan werken met behoud van uitkering en de tegenprestatie en of dit in overeenstemming is met de wettelijke kaders.
    Voor gemeenteraden zou het erg behulpzaam zijn als in de publicatie van een dergelijk onderzoek gemeenten bij naam genoemd worden. Gemeenten kunnen zich anders gemakkelijk hullen in anonimiteit.
  • Heldere kaders in de WWB. Bijvoorbeeld hoe lang werken met behoud van uitkering toelaatbaar is. De FNV stelt dat 3 maanden voldoende is, indien er daadwerkelijk een afstand tot de arbeidsmarkt is. Voor bijstandsgerechtigden die jarenlang gewerkt hebben, is werken met behoud van uitkering volstrekt overbodig. Zij dienen een gewoon cao-loon te krijgen wanneer ze werken. Uit de enquêtes blijkt dat de meesten jarenlang gewerkt hebben.
  • Een toets op 'additionaliteit' (dus in hoeverre het om 'toegevoegd' werk gaat), ter voorkoming van verdringing van regulier werk, uitgevoerd door de sociale partners in de sociale werkbedrijven. Werkgevers zien zich geconfronteerd met oneerlijke concurrentie, wanneer commerciële bedrijven gaan werken met bijstandsgerechtigden zonder loon. Werknemers ervaren dat de lonen onder druk komen te staan. Voor werkzoekenden wordt de werkgelegenheid nog krapper, wanneer betaalde banen verdwijnen naar onbetaalde banen.
> Lees de volledige brief van de FNV aan de Kamer-commissie (pdf)

vrijdag 26 april 2013

De eerste geluiden van een lobby om het sociaal akkoord in het belang van gemeenten terug te draaien

Vrijdag 26 april schrijven Marcel Canoy, hoofdeconoom Ecorys en hoogleraar economie in Tilburg en
Robert Capel, organisatieadviseur sociale zekerheid een opiniestuk in de Volkskrant waarin duidelijk wordt waar in het nieuwe sociaal akkoord van vakbonden, werkgevers en Rijksoverheid voor de gemeenten de pijn zit. Zij geven aan, dat gemeenten door het sociaal akkoord in grote problemen zullen komen en dat arbeidsgehandicapten er niets aan hebben. Zij vinden het jammer, dat het sociaal akkoord een einde maakt aan de Participatiewet. Ze gaan eerst in op de geschiedenis van de participatiewet en constateren, zoals op deze blog ook is aangegeven, dat het allemaal begonnen is met het rapport van de commissie De Vries in 2008 die arbeidsgehandicapten in het bedrijfsleven aan het werk wilde zetten en het beroep op Wajong en WSW verminderen.
Ze constateren, dat de Participatiewet een van de drie voorgenomen grote decentralisaties was, naast de AWBZ en de jeugdzorg. Ze herhalen de officiele argumenten voor die decentralisaties: dichter bij de mensen kunnen die regelingen beter worden uitgevoerd, en de gemeenten zijn daarvoor geschikt en bouw financiele prikkels in om de gemeenten te stimuleren het goed te doen. De schrijvers van het opiniestuk beweren: 'De decentralisaties leiden tot een groter beroep op zelfredzaamheid en sociale cohesie en laten zien dat sociaal beleid in samenhang bezien moet worden. Zo doen mensen in de bijstand nu met behoud van uitkering werkervaring op in sociale werkplaatsen'. Ze pleiten dus in mijn ogen voor voortzetting van het beleid, waarbij op gemeentelijk niveau zonder dat er controle op is werkzoekenden naar believen in dwangarbeidsprojecten tewerk kunnen worden gesteld. De ongecontroleerde misstanden die zich daarbij voordoen omdat de gemeenten aan niemand verantwoording verschuldigd zijn en de gemeenteraden hun controlefunctie verwaarlozen worden steeds meer duidelijk. Ook maken de misstanden duidelijk, dat de veel aangehaalde voordelen van decentralisatie naar gemeenten in de praktijk niet bestaan.

De schrijvers van het opinieartikel zijn erop tegen dat door het sociaal akkoord deze decentralisatie wordt teruggedraaid. Ze vinden de door hun centrale organisatie gedane belofte van de werkgevers arbeidsgehandicapten in dienst te nemen een loze belofte en zeggen dat de werkgevers niets gaan betalen. Het lijkt mij dat als ze vinden dat de werkgevers dit niet gaan betalen ze dat op lokaal niveau bij invoering van de Participatiewet ook niet gaan doen, de schrijvers pleiten dan ook voor het handhaven van de WSW in een bepaalde vorm van detacheringsmogelijkheden. Uit het artikel wordt mij niet duidelijk waarom de regionale Werkbedrijven, die op regionaal niveau gaan opereren, niet dezelfde functie zouden kunnen hebben als de sociale werkplaatsen nu. De schrijvers van het artikel zetten verschillende redeneringen op die me niet overtuigen.Bovendien gaan ze eraan voorbij dat het idee van 35 arbeidsmarktregio's door de VNG, DIVOSA zelf gelanceerd is en dat het sociaal akkoord in dat opzicht weinig nieuws bevat, hooguit wat meer inspraak van werkgevers en vakbonden. (Zie artikel de 35 arbeidsmarktregio's op dit blog)

Daarna noemen de schrijvers het grootste pijnpunt voor de gemeenten dat ik ook al noemde in het commentaar op het sociaal akkoord. De gemeenten moeten de opzet van de regionale Werkbedrijven uit het sociaal akkoord bekostigen, terwijl ze maar beperkte invloed hebben op de besluitvorming aldaar en er niet op budget kan worden gestuurd. Ook zullen ze de subsidies moeten gaan betalen van de arbeidskrachten die niet volledig productief zijn en wellicht voor mensen die met behoud van uitkering werken de uitkering betalen. (Nieuwe vormen van dwangarbeid)

 De schrijvers constateren: 'Het sociaal akkoord is een democratisch curiosum en ook een inhoudelijke blamage'. Ze willen er zo snel mogelijk vanaf en blijkbaar terugkeren naar de uitgangspunten van de decentrale participatiewet.

Ook uit dit stuk blijkt weer, dat financiering van en beslissingsbevoegdheid over de regionale werkbedrijven het knelpunt zullen zijn in de onderhandelingen met de gemeenten. En in het verlengde daarvan de voorwaarden waaronder de arbeidskrachten via de Werkbedrijven tewerk worden gesteld en wie dat gaat betalen. Het Rijk wil zijn bezuinigingen binnenhalen, de gemeenten willen een voldoende groot budget en daarover zelf beslissen en ze willen het beleid voortzetten dat kaalslag in de publieke sector kan worden opgevangen met gratis arbeidskrachten en de werkgevers willen zo goedkoop mogelijk uit zijn. (En misschien ook wel gratis arbeidskrachten?). En de vakbonden?

Het is nog onduidelijk in hoeverre vanuit de gemeenten en lobbygroepen van deskundigen een beweging op gang zal komen tegen de fundamenten van het sociaal akkoord op het gebied van de tewerkstelling van arbeidsgehandicapten, hoe vaag het sociaal akkoord daarover ook is. De schrijvers van het artikel in de Volkskrant doen in ieder geval een beroep op de Tweede Kamer het poldermodelgedrocht van het sociaal akkoord af te wijzen.

Gezien het bovenstaande is de strijd tegen dwangarbeid, die in verschillende plaatsen in opkomst is, van groter strategisch belang dan het bestrijden van misstanden bij het werken met behoud van uitkering alleen. Het zal van invoed zijn op hoe in de komende onderhandelingen naar aanleiding van het soms vage sociaal akkoord een nieuwe bijstandsachtige, participatiewetachtige regeling tot stand zal komen, wat de uitkeringsvoorwaarden zullen zijn, wat de organisatorische structuur van de arbeidsbemiddeling zal zijn (wie oefent invloed uit op, controleert wat) en wat de rechten van de arbeidsgehandcapten zullen zijn die tewerk worden gesteld.

donderdag 18 april 2013

35 arbeidsmarktregio's waarin verschillende partijen samenwerken als antwoord op ene falend beleid van gemeenten


Op 18 april 2013 verschijnt het rapport ‘Rapportage Werken met beperkingen’ van de Inspectie van het Ministerie SZW. [i]

Uit het rapport: ‘De Inspectie heeft onderzoek verricht naar de vraag in hoeverre UWV en gemeenten er in slagen de vraag naar en het aanbod van uitkeringsgerechtigden met een arbeidsbeperking bij elkaar te brengen. In deze rapportage staan de mensen met een arbeidsbeperking (maar met arbeidsmogelijkheden) uit de WIA, de ZW en de WWB centraal.

Daarbij heeft de inspectie met name onderzoek gedaan naar de begeleiding van deze groepen en de werkgeversbenadering en matching van vraag en aanbod. Het onderzoek vond plaats bij professionals van het UWV en van gemeenten.

De inspectie is van oordeel dat de onderzochte groepen onvoldoende de begeleiding krijgen die zij nodig hebben om aan het werk te komen. De inspectie benoemt de volgende knelpunten: De kenmerken en arbeidsmogelijkheden van een deel van de WIA- en de WWB-uitkeringsgerechtigden met een arbeidsbeperking zijn onvoldoende in beeld. Een actieve werkgeversbenadering voor hen ontbreekt of is nog in ontwikkeling. De aansturing van de WIA en WWB professionals bevat onvoldoende stimulans om mensen met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt naar werk te begeleiden’.

Een van de oorzaken van het falend beleid van de gemeenten zou zijn, dat gemeenten geen onderscheid maken tussen mensen met en zonder arbeidshandicap. Vaak wordt ervoor gekozen om mensen zonder een handicap, die goedkoper en gemakkelijker te begeleiden zijn, aan een baan te helpen of althans pogingen daartoe te ondernemen.

De reactie van de staatssecretaris op deze kritiek is vrij nietszeggend en bevat een saillant detail. Zij verwijst naar de nieuwe Participatiewet, waarvan verschillende comentatoren veronderstellen dat die bij het sociaal akkoord van 12 april, dus 6 dagen eerder, van tafel zou zijn, en de quotumregeling, die bij het sociaal akkoord eveneens van de baan was, wordt door de staatssecretaris 6 dagen later als een van de te nemen positieve maatregelen genoemd. Een niet aan de actualiteit aangepaste versie van een beleidsreactie? Of vasthouden an standpunten buiten het sociaal akkoord? Feit is, dat het sociaal akkoord over de Participatiewet vaag is. Het woord wordt niet genoemd en een standpunt over het samenvoegen van Wajong, WWB en WSW wordt niet ingenomen.

Blijkens een bericht in Binnenlands Bestuur reageren DIVOSA en VNG geprikkeld. Blijkens hun reactie, die als bijlage bij het rapport is gevoegd, vinden zij een  goede werkgeversdienstverlening van groot belang. Gemeenten en UWV spelen hierbij een sleutelrol. Halverwege 2012 zijn UWV en VNG overeengekomen dat ze de dienstverlening aan werkgevers gaan organiseren vanuit 35 arbeidsmarktregio’s. Deze krijgen één aanspreekpunt waar werkgevers terecht kunnen voor informatie, advies en expertise. In iedere arbeidsmarktregio dienen UWV en gemeenten dit aanspreekpunt gezamenlijk vorm te geven, zo is wettelijk vastgelegd in de Wet SUWI, die per 1 juli 2012 gewijzigd is. Aan de Programmaraad (het samenwerkingsverband van UWV, VNG en Divosa) is voor de jaren 2012 en 2013 een bijdrage beschikbaar gesteld om de samenwerking in de regio’s te stimuleren.

Hieruit blijkt, dat ook het idee van 35 arbeidsmarktregio's in het sociaal akkoord, die daar als nieuwe afspraken worden gepresenteerd, in feite al oud is en allang in voorbereiding vanuit de VNG en de Rijksoverheid en UWV. Het enige is, dat vakbonden en werkgevers inspraak eisen. Of is er in feite niets nieuws onder de zon?


maandag 15 april 2013

De forse bezuinigingen bij het UWV, die al in 2011 werden aangekondigd worden gerealiseerd

Hoewel het UWV door de crisis fors meer werk heeft, worden door bezuinigingen toch duizenden banen bij de uitkeringsorganisatie geschrapt. Tot 2018 moet circa 489 miljoen euro worden bespaard. Dit maakte het UWV maandag 15 april bekend.
Het aantal arbeidsplaatsen zal worden teruggebracht van 16.600 naar 14.500 in 2018. De dienstverlening aan werkzoekenden moet worden geautomatiseerd en het aantal vestigingen teruggebracht.

'Net als bij veel andere bedrijven wordt bij ons de digitalisering in hoog tempo doorgezet', stelt bestuursvoorzitter Bruno Bruins. Hierdoor verliezen vooral werknemers in de arbeidsbemiddeling hun baan. Het UWV heeft al 30 van de 68 Werkbedrijfvestigingen gesloten, waardoor reeds zo'n 2000 arbeidsplaatsen zijn verdwenen.

Al in 2011 was aangekondigd dat er veel banen geschrapt moesten gaan worden bij de uitkeringsinstantie. Vorig jaar werd echter bekend dat een deel van het overtollig personeel toch weer langer mocht blijven om het groeiende aantal werklozen op te vangen.

De effecten van het regeerakkoord van 2012 en het sociaal akkoord van vorige week zijn nog niet in de begroting opgenomen. Deze moeten nog worden uitgewerkt. 'Het UWV is een politiek gestuurde organisatie. De situatie kan er volgend jaar zo weer anders uitzien', aldus het UWV.

De vakbonden zijn kritisch. Ze weten nog niet waar de klappen gaan vallen, maar ze vrezen een onwerkbare situatie. De werkdruk is nu al enorm hoog; op sommige plekken bij het UWV zie je al dat het ziekteverzuim is opgelopen tot boven de 10 procent', zegt CNV-bestuurder Debbie Ritsma. De vakbond roept de overheid op om te stoppen met bezuinigen op de uitkeringsinstantie.

zaterdag 13 april 2013

Er is nog lang geen akkoord met het sociaal akkoord.

Het ledenparlement van de FNV stemde twee dagen na sluiting van het sociaal akkoord positief over dit akkoord. Onderstaande tekst is de volgende dag geschreven.

Het ledenparlement van de FNV heeft gisteren ingestemd met het sociaal akkoord. In een eerder artikel heb ik geschreven, dat dit akkoord bijzonder vaag is over wat er moet gebeuren met de Participatiewet. Het ziet ernaar uit, dat na het sociaal akkoord deze wet die al in kannen en kruiken was, toch weer in de ijskast wordt gezet, waarbij men met frisse moed alle onderhandelingen opnieuw begint. In de Participatiewet werden bijstand, Wajong en WSW samengevoegd. Dit betekende, dat voor iedereen die als werkzoekende of arbeidsongeschikte een beroep moest doen op deze wet een middelentoets werd ingevoerd. Er zijn nu nog 350.000 mensen in de bijstand, maar met de nieuwe Participatiewet zouden op den duur nog vele honderdduizenden meer onder dezelfde voorwaarden moeten leven. Vermogenstoets, partnertoets, toets op extra inkomen en dus strenge mensonterende controles middels huisbezoeken en maatregelen als het leveren van een tegenprestatie voor je uitkering (dwangarbeid). WSW-ers hebben nu nog een cao loon, en Wajongers hebben een geïndividualiseerde uitkering zonder partner en vermogenstoets. Bij invoering van de nieuwe Participatiewet zoals die er nu ligt zou voor nieuwe groepen van vele honderdduizenden dus een middelentoets wordt ingevoerd, en de nieuwe Participatiewet wilde mensen aan het werk zetten ook in het reguliere bedrijfsleven, onder het minimumloon of zelfs geheel gratis (werken met behoud bam uitkering). Het betekende dat op den duur vele honderdduizenden meer zouden moeten leven onder een onleefbaar bijstandsachtig regime, ook al hebben ze geen kansen op de arbeidsmarkt, waarbij de invoering van de Participatiewet in feite een creatie en legalisering was van een tamelijk rechteloze onderklasse zonder perspectieven. De vraag doet zich voor, of de vakbonden bij de onderhandelingen die nu weer opnieuw beginnen medeverantwoordelijk worden hiervoor en meer nog – of ze medeverantwoordelijk worden voor het nu al bestaande repressieve systeem van de uitvoeringsorganisaties om die onderklasse er ook inderdaad onder te houden.

Plan van het sociaal akkoord

Het sociaal akkoord is bijzonder vaag over wat er moet gebeuren, en je moet echt tussen de regels doorlezen om uit te vinden wat ze nu eigenlijk willen in dit compromis, maar volgens mij staat de sociale partners het volgende plan voor ogen. De bijstand, de WSW en de Wajong blijven naast elkaar bestaan. Maar daar zijn ze vaag over. Nu nog is het UWV verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wajong. Dit moet veranderen. De gemeenten moeten ook verantwoordelijk worden voor de uitvoering van de Wajong, zoals ze nu al verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de WSW en de bijstand. De gemeenten krijgen dan 1 ongedeeld budget voor de uitvoering van die 3 regelingen. Daarmee wordt bijvoorbeeld voorkomen, dat verschillende instanties met verschillende financieringsstromen de verantwoordelijkheden afschuiven naar een ander. (Van de Wajong bij het UWV naar de bijstand bij de gemeenten en omgekeerd). Op verschillende plaatsen wordt in het sociaal akkoord genoemd dat dit een groot nadeel is van de huidige situatie. En-belangrijk voor de vakbonden- de mogelijkheid blijft bestaan, dat een deel van de arbeidsongeschikten die niet verzekerd waren voor de werknemersverzekeringen toch in een regeling terecht kunnen komen die geïndividualiseerd is en waar geen middelentoets bestaat. Maar zo duidelijk staat het niet in het sociaal akkoord. Laten we er dus maar eens de kabinetsbrief bijhalen, die de regering naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Daarin wordt in ieder geval duidelijk, dat de Participatiewet in zijn huidige vorm er niet komt en dat de invoering inderdaad opschuift naar 2015 en niet op 1 januari 2014 wordt ingevoerd. Hierover had ik nog twijfels bij alleen lezing van het sociaal akkoord. De regering gebruikt hetzelfde argument als de sociale partners dat er wat moet veranderen: nu schuiven teveel instanties die over verschillende financieringsstromen gaan verantwoordelijkheden op elkaar af. Maar het kabinet geeft daarbij uitdrukkelijk aan, dat de huidige regelingen vergaand zullen moeten worden ‘gestroomlijnd”. Dus dat de huidige regelingen WSW, Wajong en bijstand moeten worden gewijzigd. Hoe of wat wordt weer niets over gezegd. Het is duidelijk dat tussen de sociale partners onderling en met de regering hierover nog lang geen overeenstemming bestaat. Ook over andere belangrijke punten bestaat geen overeenstemming.

Het voorstel van de sociale partners is, dat het UWV in zijn huidige vorm wordt opgeheven en opgaat in een Rijksinstituut, waarin ook het CIZ opgaat, dat alle keuringen van mensen organiseert en uitvoert voor een veelheid van wetten en regelingen. (bijstand, Wajong, AWBZ, WMO, etc.) Daardoor hebben de mensen nog maar met 1 keuringsinstantie en 1 eenduidige keuring te maken. Daarmee wordt voorkomen dat er een wildgroei op lokaal niveau ontstaat van een veelheid van strenge en minder strenge keuringscriteria en bijvoorbeeld de belachelijke situatie waarin iemand zich kan bevinden die bij de ene instantie arbeidsongeschikt wordt verklaar den bij de andere niet. Hierover bestaat ook geen akkoord. Het kabinet zegt zuinigjes dit voorstel te zullen ‘onderzoeken’.

Maar nu komt het. In het plan van de sociale partners dat ik hierboven heb beschreven maar dat dus niet zo duidelijk in het sociaal akkoord staat, worden de gemeenten wel volledig financieel verantwoordelijk voor de uitvoering van die 3 regelingen maar ze verliezen een deel van de zeggenschap over de centen. Sociale partners willen, dat zij bij de besteding ervan ook een flinke vinger in de pap krijgen, vooral over de besteding van de reintegratie gelden, die nu nog aan ieder van de 3 regelingen verbonden zijn. Deze reintegratiegelden moeten worden ingebracht in op te richten 35 regionale Werkpleinen en 35 op te richten Werkbedrijven, waar- daarover is het sociaal akkoord tegenstrijdig- in ieder geval de werkgevers en de wethouders uit de regio samenwerken en overleggen over de doelstellingen van het re-integratiebeleid, de voorwaarden waaronder mensen in trajecten worden geplaatst en de controle daarop. En wellicht worden ook de vakbonden hierbij betrokken. De invloed van de sociale partners zal in deze structuur niet gering zijn. Zij gaan op sectoraal niveau afspraken maken over re-integratie en arbeidsmarktbeleid en het begeleiden van mensen van werk naar werk. Het regionaal beleid- uitgevoerd in de 35 regionale Werkpleinen waar ook de gezamenlijke regionale gemeenten iets te zeggen hebben) moet afgestemd worden op dit sectorale beleid.

Gaat dit gebeuren?

Als inzet hebben de werkgevers, dat ook zij bereid zullen moeten zijn afspraken te maken met gemeenten over de inzet van financiële middelen voor de Werkpleinen. Maar zeker de grote gemeenten, die nu nog alleen de zeggenschap hebben over de WSW en de bijstand, zowel het inkomensdeel als het werkdeel, en die bij een effectief uitstroombeleid de revenuen in eigen zak steken zullen niet gauw bereid zijn hun positie op te geven. In de Stichting van de Arbeid is de ‘Werkkamer’ opgericht, waarin werkgevers en werknemers met de VNG tot een akkoord hopen te komen. Op korte termijn wil men dat zelfs al, binnen een paar maanden. Als inzet hebben de sociale partners ook, dat ze hebben afgesproken met het kabinet dat er strengere keuringen komen voor Wajongers, waarbij ook het zittende bestand zal worden herkeurd, terwijl nota bene op basis van de Participatiewet door de regering was besloten, dat het zittende bestand nu volledig arbeidsongeschikt verklaarde Wajongers niet zou worden herkeurd en dat zij hun Wajong zouden behouden. Op deze wijze hopen de sociale partners wellicht tegemoet te komen aan de eis van de regering, dat bij de reorganisatie van de regelingen een fors bedrag aan bezuinigingen wordt gerealiseerd.

De soap wordt voortgezet

Vooruitlopend of eigenlijk in plaats van een fundamentele reorganisatie van een regeling voor mensen met een minimuminkomen is vanaf 2008 in de bestaande wetgeving een reeks van wijzigingen en bezuinigingen doorgevoerd. Het is al begonnen in 2008 met de voorstellen van de zogenaamde commissie De Vries over de WSW. Daarna kwamen de voorstellen van de VVD over wat zij ook de Participatiewet noemden en in het najaar van 2010 werd een ‘programmateam’ geïnstalleerd bij het ministerie van Sociale Zaken die wat toen de Wet Werken naar Vermogen heette moest voorbereiden. Moeizame onderhandelingen met de gemeenten hebben toen in feite niet geleid tot een akkoord. Het nieuwe kabinet heeft de contouren van de WWNV overgenomen en daar een quoteringsregeling voor werkgevers aan toegevoegd, die hen zou verplichten een bepaald percentage arbeidsgehandicapten in dienst te nemen. Dat en in feite de gehele Participatiewet is inmiddels weer van tafel. Nieuwe wetgeving komt er in ieder geval niet voor 1 januari 2015. En dan is het weer tijd voor nieuwe verkiezingen zullen we maar zeggen.

donderdag 11 april 2013

Wat zegt het sociaal akkoord over de nieuwe Participatiewet? Komt die er nu wel of niet?

11 april 2013 bereikten de sociale partners en het kabinet een sociaal akkoord. De tekst werd direct daarna gepubliceerd op internet. Onderstaande tekst is vlak daarna geschreven.

In het sociaal akkoord trekken de samenstellers een grote broek aan. Ze vinden het een historisch akkoord, al wordt dat niet zo gezegd. Impliciet verwijst men in de inleiding naar het historische akkoord van Wassenaar uit 1982. ‘’We kunnen ons in termen van welvaart, inkomen en productiviteit meten met de best presterende landen ter wereld. Dit is mede te danken aan structurele hervormingen in de afgelopen decennia op de markten van goederen, diensten en arbeid. Hervormingen waarvoor de basis is gelegd in de overlegeconomie”.

Lezing van het sociaal akkoord levert op, dat de lezer met veel nieuwe maar soms vage plannen wordt geconfronteerd, met name op het gebied van het arbeidsmarktbeleid en de opzet van instituties die het arbeidsmarktgebeuren moeten structureren, op het gebied van de flexibilisering van de arbeidsrelaties en de ontslagbescherming en de opzet van de Wet Werkloosheid (WW). Ondanks de uitgebreide behandeling van deze onderwerpen blijft het vaag wat de gevolgen van het sociaal akkoord zullen zijn voor mensen in de Wajong, de WSW en de bijstand. De regering heeft de nieuwe Participatiewet in voorbereiding, maar dit woord komt in de tekst van het sociaal akkoord niet voor. Tussen de regels door kun je het een en ander opmaken over hoe de sociale partners daarover denken. De participatiewet heeft de bedoeling, bijstand, Wajong en WSW samen te voegen in een wet en door middel van werken met behoud van uitkering (dwangarbeid) , loondispensatie, subsidiering van werkgevers en andere arbeidsmarktinstrumenten te pogen werkzoekenden met of zonder handicap aan het werk te krijgen. Daarbij worden de gemeenten verantwoordelijk voor uitvoering van de wet. Van dit laatste neemt het sociaal akkoord duidelijk afstand. Wat betreft het arbeidsmarktinstrumentarium (nu het werkdeel van de WWB dat door gemeenten wordt uitgevoerd) moeten er op regionaal niveau publiek-private samenwerkingsvormen komen en wel landelijk gezien 35 Werkpleinen en 35 Werkbedrijven. Op de Werkpleinen moeten de werkzoekenden worden begeleid die geen handicap hebben en een WWB of WW uitkering hebben. In de werkbedrijven worden Wajongers en WSW-ers tewerk gesteld. Op de Werkpleinen werken regionale werkgevers, vakbondsbestuurders en wethouders van gemeenten in de regio samen om een regionaal arbeidsmarktbeleid tot stand te brengen en een verknoping te bewerkstelligen tussen sectorafspraken van werkgevers en werknemers (in de bouw, de metaal, de schoonmaak, etc., vroeger bedrijfstakken genoemd) en het regionaal arbeidsmarktbeleid van de Werkpleinen. Dit laatste is een antwoord op de veelgehoorde klacht, dat sectorale afspraken op dit moment totaal niet aansluiten op een arbeidsmarktbeleid of arbeidsbemiddelingsbeleid dat door de gemeenten wordt ontwikkeld. De gelden die nu het werkdeel van de WWB zijn zullen voor de Werkpleinen moeten worden ingezet. De gemeenten blijven dus niet meer alleen verantwoordelijk voor de inzet van die gelden. De werkgevers en de vakbonden krijgen een flinke vinger in de pap. Dat is ook het geval bij de Werkbedrijven, die dezelfde samenwerkingsstructuur krijgen als de Werkpleinen, terwijl nu de gemeenten verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de WSW.

Tussen de regels

Uit het bovenstaande blijkt al, dat de samenstellers van de tekst van het sociaal akkoord er tussen de regels door van uitgaan, dat WSW, Wajong en WWB naast elkaar blijven bestaan. In de inleiding wordt er nadrukkelijk op gewezen, dat wij in Nederland oorspronkelijk een onderscheid kenden tussen volksverzekeringen, werknemersverzekeringen (waarvoor vakbonden en werkgevers qua uitvoering verantwoordelijk waren) en sociale voorzieningen. De werknemersverzekeringen werden gefinancierd door premies van werkenden, de sociale voorzieningen uit de belastingen. In de loop van de tijd zijn deze onderscheidingen vager geworden, oa door fiscalisering van de WW en veranderingen in de ziektewet. Het sociaal akkoord wil terug naar bovengenoemd helder onderscheid. “ Nodig is een consistente ordening van de verantwoordelijkheden voor de sociale zekerheid, met een helder afgebakend onderscheid tussen volksverzekeringen, werknemersverzekeringen en sociale voorzieningen (met middelengetoetste uitkeringen). Daarbij fungeren werknemersverzekeringen als risicoverzekeringen. Zij zijn in eerste instantie gericht op de compensatie van schade als gevolg van het intreden en voortbestaan van sociale risico’s zoals werkloosheid en arbeidsongeschiktheid”. In het sociaal akkoord heeft dat meteen al gevolgen voor de financiering van de WW: dat moet weer meer een risicoverzekering worden gefinancierd uit oa premies van de werknemers. Maar ik lees er ook in- ik kan me vergissen- dat daarom samenvoeging van Wajong, WSW en bijstand niet wordt goedgekeurd. De Wajong is een volskverzekeringsachtige regeling, zonder middelentoets, de bijstand is een sociale voorziening met middelentoets. In het sociaal akkoord staat: “In de praktijk stellen sociale partners, vast dat er steeds meer sprake is van vervaging tussen werknemersverzekeringen, volksverzekeringen en voorzieningen. Daardoor is sprake van een diffuse verdeling van verantwoordelijkheden en worden verantwoordelijkheden niet (volledig) gedragen of mogelijk afgewenteld. Het blijkt echter ook, dat men er wat de participatiewet nog niet uit is, al wordt dat niet expliciet zo gezegd. “gelet op de complexiteit van dit vraagstuk en de nauwe samenhang met de overheidsfinancien zullen sociale partners naar aanleiding van een gerichte adviesaanvraag van het kabinet meewerken aan een voor 1 mei 2014 uit te brengen advies over een consistente ordening van de verantwoordelijkheden van de sociale zekerheid”.

Wordt de Wajong nu wel of niet afgeschaft?

Maar dan stuiten we op bladzijde 13. En dan weet ik het niet meer. Ik heb de bladzijde vier keer gelezen en ik kan niet concluderen of de Wajong nu wel of niet moet worden afgeschaft en of de WSW, de Wajong en de Bijstand nu wel of niet moeten worden samengevoegd. Het staat er niet in. Eerst wordt geconstateerd dat bij “ongewijzigd beleid” het aantal Wajongers zal toenemen van ruim 200.000 in 2013 tot ruim 400.000 in 2040. Men zegt dat deze groei moet worden omgebogen. Hoe? “er kan niet meer worden volstaan met het verstrekken van een vaak levenslange minimumuitkering (welke?) aan werknemers met een beperking. Men wil de mensen met een functiebeperking aan het werk hebben en zo de groei van het aantal Wajongers tegengaan. In de tweede alinea wordt het helemaal vaag. “per 1 januari 2015 komt er nieuwe wetgeving gericht op werken met een functiebeperking”. Ik snap het niet. De nieuwe participatiewet zou toch 1 januari 2014 ingaan, waarin dit geregeld is?. Of wordt gedoeld op andere wetgeving? Of vindt men dat de nieuwe regelingen een jaar moeten worden uitgesteld? Dan: “De verantwoordelijkheid voor het aan het werk helpen en houden van Wajongers en SW-ers is voortaan voor rekening van 35 regionale Werkbedrijven. Wethouders en regionale werkgevers worden hiervoor bestuurlijk verantwoordelijk.”. De vakbonden zijn hier plotseling wat dit betreft uit beeld verdwenen. En dan: “Gemeenten ontvangen van de rijksoverheid een totaalbudget voor de uitvoering van de WWB, SW en Wajong. Daaruit bekostigen zij hun aandeel van de activiteiten van het regionale Werkbedrijf”. Zorgvuldig wordt de term “participatiewet” vermeden en gesproken over drie afzonderlijke regelingen. Conclusie: ik kan er wat betreft bijstandsgerechtigden, Wajongers en WSW-ers geen spek van brouwen. Ook over de loondispensatie en het werken met behoud van uitkering wordt helemaal niets gezegd. Wel komen op bladzijde 36 projecten aan de orde waar gewerkt gaat worden met “mentorbanen, stage banen, snuffelbanen in een andere sector en dergelijke”.

Het schijnt dat de stichting van de Arbeid mbt dit soort banen een uitwerking heeft opgesteld. Het sociaal akkoord is in veel opzichten een vage tekst, waar je alle kanten mee uit kunt. Een historisch akkoord op basis van een springlevend poldermodel, waarin de sociale vrede hoog in het vaandel staat?. Slechts een tussenfase in een zich chronisch voortslepende en verlammende machtsstrijd aan de onderhandelingstafel en in wandelgangen, van een reeks belangenorganisaties, instituties, werkgevers en verschillende bestuurslagen bij de overheid over hoe verarming moet worden bestreden en de maatregelen die mbt de mensen op een minimaal inkomen (werkenden en uitkeringsgerechtigden) moeten worden genomen en wie daarbij de macht krijgt over de uitvoering en vooral: het geld. Deze machtsstrijd- waar bestuurders van verschillende politieke kleur in verschillende functies jarenlang een rol spelen, zoals Marco Florijn, eerst onderhandelaar namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten VNG en nu wethouder in Rotterdam, duurt nu al minstens twee jaar. Het is begonnen toen voor het eerst de reorganisatie van regelingen voor de minima onder het vorige kabinet op de politieke agenda kwam. Daarbij hebben de rechtse krachten door het in de publiciteit brengen van schandalige aantijgingen in de richting van de verarmden en een voortdurende stroom van incidentele maatregelen in het verengde daarvan zoals de invoering van de huisbezoeken en de invoering van een generieke tegenprestatie voor je bijstandsuitkering, politiek de overhand. Deze situatie kan zonder protest van de mensen die getroffen worden nog jaren voortduren. Werkgevers en werknemers denken zoals we zagen in de zomer van 2014 een advies uit te brengen over verdeling van verantwoordelijkheden……… De instituties en verschillend lagen bij de overheid strijden om de macht en het geld ter wille van hun eigen voortbestaan, de mensen die in armoede leven hebben het nakijken. Piet van der Lende

vrijdag 5 april 2013

Vraag om onafhankelijk onderzoek naar decentralisaties. Een tijdbommetje onder de voornemens?


Op 26 maart jl. heeft de Tweede Kamer de motie Schouw aangenomen.  [i] Daarmee wordt de regering verzocht onderzoek te laten doen door een onafhankelijke partij, bijvoorbeeld het CPB en/of het SCP, naar de financiële risico’s en uitvoeringsrisico’s van de decentralisaties, en in dit onderzoek aandacht te besteden aan de mogelijkheden deze risico’s te ondervangen en bij de uitvoering aan te pakken. Wel is de voorwaarde daarbij dat dit onderzoek niet tot vertraging van het decentralisatieproces mag leiden.

Tweede Kamerlid Gerard Schouw van D’66 meldde na stemming dat hij binnen twee weken van het kabinet een brief wil ontvangen over de vraag hoe het de motie zal uitvoeren, of de VNG daarbij betrokken is en hoeveel tijd het kabinet daarvoor denkt te nemen.

Daarop reageerde minister Plasterk met een brief, waarin hij aangeeft dat hij voor de uitwerking van de beantwoording van de motie enige tijd langer nodig denk te hebben dan de twee weken die Gerard Schouw het kabinet gegeven heeft. De minister stelt, dat hij verwacht voor eind april het antwoord op de motie te kunnen toesturen. [ii] De brief is voor kennisgeving aangenomen in de procedurevergadering van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken van 18 april.

Gerard Schouw heeft mondeling ook gezegd, dat hij verwacht dat het onderzoek voor de zomer gereed is. Gemeenten willen de taken werk, zorg en jeugd overnemen, zoals voorzien zijn dit de 3 grote decentralisaties, maar de gemeenten maken zich bij de onderhandelingen grote zorgen over de financiele en organisatorische gevolgen. In Binnenlands Bestuur staat het bericht, dat de taken straks met fikse kortingen bij de gemeenten worden gelegd.  Kamerlid Schouw wil weten wat de uitvoeringsrisico’s en financiele risico’s zijn van decentraliseren op deze manier.

Wellicht dat de politiek hiermee werkt aan een tijdbom onder de voorgenomen decentralisaties. Het is van te voren uiteraard onduidelijk wat de conclusies zullen zijn van dit onderzoek en vooral wat de conclusies zullen zijn over de voorgenomen bezuinigingen in combinatie met decentralisaties. Bovendien moeten blijkens de opdracht aan het onderzoeksbureau die de Tweede Kamer heeft geformuleerd ook de organisatorische gevolgen worden geanalyseerd.  En hiermee komen de gevolgen van de afspraken in het sociaal akkoord met werkgevers en vakbonden  weer om de hoek kijken. Het onderzoek zal een rol gaan spelen in de onderhandelingen tussen de verschillende partijen en er wordt op deze manier een onzekerheidsfactor ingebouwd gezien vanuit de regering.  Ik ben benieuwd of minister Plasterk eind april inderdaad met een reactie komt en wat die zal zijn. In een kamerdebat had hij toegezegd dat het onderzoek er zou komen. Maar toen was er nog geen sociaal akkoord.


[i] Kamerstuk 33 400 B/33 400 C, nr. 13
[ii] Brief minister Plasterk 33400-B-14