Op 26 maart jl. heeft de Tweede Kamer de motie Schouw
aangenomen. [i]
Daarmee wordt de regering verzocht onderzoek te laten doen door een
onafhankelijke partij, bijvoorbeeld het CPB en/of het SCP, naar de financiële
risico’s en uitvoeringsrisico’s van de decentralisaties, en in dit onderzoek
aandacht te besteden aan de mogelijkheden deze risico’s te ondervangen en bij
de uitvoering aan te pakken. Wel is de voorwaarde daarbij dat dit onderzoek
niet tot vertraging van het decentralisatieproces mag leiden.
Tweede Kamerlid
Gerard Schouw van D’66 meldde na stemming dat hij binnen twee weken van het
kabinet een brief wil ontvangen over de vraag hoe het de motie zal uitvoeren,
of de VNG daarbij betrokken is en hoeveel tijd het kabinet daarvoor denkt te
nemen.
Daarop reageerde minister Plasterk met een brief, waarin hij aangeeft
dat hij voor de uitwerking van de beantwoording van de motie enige tijd langer
nodig denk te hebben dan de twee weken die Gerard Schouw het kabinet gegeven
heeft. De minister stelt, dat hij verwacht voor eind april het antwoord op de
motie te kunnen toesturen. [ii]
De brief is voor kennisgeving aangenomen in de procedurevergadering van de vaste
commissie voor Binnenlandse Zaken van 18 april.
Gerard Schouw heeft mondeling ook gezegd, dat hij verwacht
dat het onderzoek voor de zomer gereed is. Gemeenten willen de taken werk, zorg
en jeugd overnemen, zoals voorzien zijn dit de 3 grote decentralisaties, maar
de gemeenten maken zich bij de onderhandelingen grote zorgen over de financiele
en organisatorische gevolgen. In Binnenlands Bestuur staat het bericht, dat de
taken straks met fikse kortingen bij de gemeenten worden gelegd. Kamerlid Schouw wil weten wat de
uitvoeringsrisico’s en financiele risico’s zijn van decentraliseren op deze
manier.
Wellicht dat de politiek hiermee werkt aan een
tijdbom onder de voorgenomen decentralisaties. Het is van te voren uiteraard
onduidelijk wat de conclusies zullen zijn van dit onderzoek en vooral wat de
conclusies zullen zijn over de voorgenomen bezuinigingen in combinatie met
decentralisaties. Bovendien moeten blijkens de opdracht aan het
onderzoeksbureau die de Tweede Kamer heeft geformuleerd ook de organisatorische
gevolgen worden geanalyseerd. En hiermee
komen de gevolgen van de afspraken in het sociaal akkoord met werkgevers en
vakbonden weer om de hoek kijken. Het
onderzoek zal een rol gaan spelen in de onderhandelingen tussen de
verschillende partijen en er wordt op deze manier een onzekerheidsfactor
ingebouwd gezien vanuit de regering. Ik
ben benieuwd of minister Plasterk eind april inderdaad met een reactie komt en
wat die zal zijn. In een kamerdebat had hij toegezegd dat het onderzoek er zou
komen. Maar toen was er nog geen sociaal akkoord.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten